Sonnet voor Bincky

Ik lag vele slapeloze nachten,

(geen man, maar hond onder het laken

dementerend, het donker doorwaken)

naast Bincky op de ochtend wachten.

 

In zijn mand overdag diepe dromen,

(wakker, oneindig starend in ongewis

zijn hersens naar de verdommenis)

trillend amper de straat uitkomen.

 

Wat als, honden met zielezorgen,

waar is in die gedaante levenskwaliteit?

mensen worden dan opgeborgen.

 

Met en zonder zeurend zelfverwijt

moet ik je op deze zomermorgen

laten gaan, het nu je stervenstijd.

 

Augustus 2016