Altijd in functie en een glazen ravijn

 

Of wij nu werken of bij huis zijn, wij vrouwen ervaren vrije tijd als minder ontspannend als mannen, terwijl we qua uren evenveel vrij hebben. Daar zijn onderzoeken naar gedaan. Ik heb een datum loos artikel uit het DvhN dat daar over gaat en filosofe Stine Jensen schreef er een column over in het mei nummer van het maandblad Filosofie.

Ik kan jullie vertellen dat ik dit ook zo ervaar. Met vriendinnen maakte ik daar vroeger al grappen over met de opmerking: ‘Een huisvrouw komt nooit klaar.’ Altijd het gevoel hebben dat er nog iets opgeruimd, gewassen of gepoetst moet worden. Daar gaat het in essentie over. Afhankelijk hoe je het werk buitenshuis en thuis verdeeld hebt, een vrouw voelt zich in de meeste gevallen verantwoordelijk voor hoe het huishouden loopt. Stine Jensen zegt: ‘Soms zit ik tijdens de yoga nog steeds boodschappenlijstjes te maken.’ In het stukje uit het DvhN staat: Vrouwen houden ook thuis het gevoel ‘in functie’ te zijn en ontspannen daardoor minder. Ik voel me ook ‘in functie’ vanaf dat de wekker ’s morgens gaat totdat ik ‘avonds in bed stap. Vergeet niet, met kleine kinderen gaat het om vierentwintig uur per etmaal in functie zijn. Ik ontspan tussendoor, maar ik kan – net als Stine – tijdens mijn ultieme ontspanmoment onder de douche, al bezig zijn met de huishoudplanning voor de volgende dag.

Ineens kon ik de link leggen met een ander knipsel uit mijn stapeltje. Dat artikel vertelt dat organisaties in crisis eerder geneigd zijn vrouwelijke leiders aan te trekken. Gaat het goed met een bedrijf dan wordt er gekozen voor een man. Dit heeft te maken met het stereotypebeeld van vrouwen die goede crisismanagers zouden zijn. Dat we van die goede crisismanagers zijn komt natuurlijk doordat we thuis altijd ‘in functie’ zijn. We barsten van de ervaring, we doen niet anders dan crisissen bezweren en we regelen ons suf.

Helaas struikelen veel van die vrouwen op deze – bij voorbaat wankele – hoge posities omdat zij de schuld krijgen van de slechte bedrijfsresultaten, terwijl de situatie al bedroevend was toen zij de functie aanvaarden. Ze donderen van de glazen klif in het glazen ravijn. Dit, in navolging van de term het glazen plafond, wat de onzichtbare barrière aan vooroordelen aanduidt die menig vrouw tegenkomt in haar carrière.

Het is me toch wat, denk je het glazen plafond te doorbreken, lazer je in een glazen ravijn. Dames, ik stel voor dat we – voordat we die glazen gaan ingooien – eerst eens wat meer gaan genieten van onze echte eigen vrije tijd. Als je lekker zit te lezen en een huisgenoot komt vragen of je even zijn of haar wasje wil doen, is er maar één antwoord mogelijk: ‘Nee joh, ik ben momenteel niet in functie.’