Als ik de deur opendoe voor de dierenarts, staat Bincky luid te kwispelen. Ze zegt tegen hem, ‘Ja, dat had je niet verwacht hè, ik kom ook bij hondjes thuis.’ Bincky springt tegen haar op en draait om haar benen. Hij is gek op haar. Als we er heen moeten en ik zeg tegen hem ‘kom, we gaan naar Ricette,’ is hij altijd razend enthousiast. Zij is ook gek op hem, hij is haar favoriete Border Terriër uit de praktijk.
Bincky weet niet dat dit geen gewoon bezoekje is. Bincky is ernstig ziek. Ricette zet een doosje met spullen op de salontafel en legt ons uit hoe ze het gaat doen: Bincky krijgt eerst prik met een zware narcose, een speciale waar hij niet misselijk van wordt. Pas als hij diep in slaap is, krijgt hij een middel toegediend waar de vitale functies, het hart en de longen, direct van stoppen. Ik vraag, ‘vind je het zelf niet moeilijk om te doen?’ Ze vertelt dat ze aan het begin van haar carrière euthanasie bij huisdieren wel lastig vond, maar het hoort bij het vak van dierenarts. Voor haar is het een uitdaging om een dier op een zo prettig en rustig mogelijke manier te laten inslapen. ‘Pak alles uit de koelkast wat hij lekker vindt,’ krijgen we opgedragen. Kaas en pindakaas dat vindt onze Binck het allerlekkerst.
We gaan op de grond zitten, ik voer Bincky kaas en laat hem uit een schaaltje met pindakaas likken. Ricette geeft hem de eerste spuit in zijn bil, even schrikt hij op. Vol overgave blijft hij doorlikken. Bincky zakt door zijn achterpoten en valt dan met zijn snoetje vol pindakaas in een diepe narcose slaap. We leggen hem op zijn kussen. Hij begint te piepen, het lijkt wel huilen. Volgens Ricette de normale gang van zaken bij een narcose. Hardop dromen. De tranen staan in mijn ogen. Ik vind het geen fijn geluid, als hij droomt in een gewone slaap klinkt het piepen meer als spannende gebeurtenissen. Ik ondersteun zijn koppie als hij de voor hem fatale injectie krijgt. De dierenarts luistert met stethoscoop of zijn hartje is gestopt. Ik mag ook luisteren. Ik hoor niets, Bincky is dood.
Een paar uur later moet ik in het dierencrematorium in Smilde afscheid van hem nemen. Ik kan moeilijk wegkomen, ik wil hem niet achterlaten. Ik weet dat het gaat gebeuren, maar het lijkt op het moment zelf pas tot me door te dringen dat Bincky daar blijft en dat ik hem nooit meer zal zien. Volgende week zit hij als as in een strooikoker. Ik duw mijn gezicht nog een keer in de ruwe vacht bij zijn nek, aai zijn zachte oortjes en dan ga ik weg. Ik huil dikke tranen.
Dag lieve Binck, dag harig maatje. Je hebt ons versierd, je hebt ons verleid. Maar na elf fijne jaren is het jouw tijd. Dag lieve Binck, rust zacht. Wij gaan je ontzettend missen.