Schrijven geeft me een stem,
een stem die in vrijheid spreekt
vanuit spelonken van de zuivere ziel.
Als ik ’s nachts in dreigende dromen
niet uit mijn woorden kan komen
buitelen in het hart neologismen
over elkaar heen door dwars hoofd
struikelen letters uit mismoedige mond
vervormen tot spookwoorden.
Schrijven om het landschap
van de wereld te leren lezen
als uitweg voor opgekropte woede
en het bezweren van de dood.
De stem in mij als een rusteloze
luchtverschuiving in vloeiende inkt
en wil, ik wil geschreven worden.